Tijdens het gesprek plaatsvindt zijn er een aantal zaken waar de docent aan moet denken.

 

Toon interesse

• Open het gesprek door de leerling naar iets leuks te vragen, bijvoorbeeld zijn hobby's of vrienden. Dit laat zien dat u interesse heeft in de leerling en het stelt de leerling op zijn gemak. Het is niet nodig meteen met de deur in huis te vallen en het echte onderwerp aan te snijden. 

 

Doel gesprek

• Wanneer u ziet dat de leerling zich op zijn gemak voelt is het zaak het doel en onderwerp van het gesprek aan te snijden. Dit kunt u doen door 'heb je een idee waarom ik je vandaag bij me geroepen heb?' o.d. te vragen. 

• Maak de leerling duidelijk wat het doel en onderwerp van het gesprek is. Ook is het zaak de leerling te vertellen wat u hebt waargenomen en waarom u zich daarom zorgen maakt. Het is ten alle tijden belangrijk dat de leerling weet dat u verplicht bent een melding te doen wanneer er iemand in gevaar is. U kunt daarom beter niet beloven alles geheim te houden, ook als de leerling zegt dat hij u dan niets vertelt. 

 

Bespreek de zorgen

• Wanneer u de zorgen bespreekt doet u er goed aan datgene wat u gezien hebt te vertellen en de leerling te vragen of hij hier iets over kwijt wil. Let wel op de privacy van de leerling, als hij iets niet wilt vertellen is dat zijn recht. 

 

Stimuleer 

• Stimuleer de leerling tijdens het gesprek. Laat de leerling bijvoorbeeld regelmatig weten dat het goed is dat hij over problemen praat en dat het goed is dat hij al zoveel vertelt heeft. 

 

Vat samen

• Het is verstandig het gesprek regelmatig samen te vatten. Dit houdt de feiten voor u en de leerling overzichtelijk. Een voorbeeld van een samenvatting kan zijn: ‘Dus als ik je verhaal goed begrepen heb gaan je ouders scheiden en is je vader daar heel boos over. In zijn boosheid heeft hij jou toen geslagen en dat was niet de eerste keer.'

 

Concludeer (of niet)

• Tot slot is het belangrijk eraan te denken dat er binnen iedere familie altijd wel een keer ruzie is. Het hoeft dan ook niet altijd om kindermishandeling te gaan. De docent mag dan ook geen conclusies trekken over de aanwezigheid van kindermishandeling, mits er concreet bewijs voor is

 

                                                                                                                                                                                                                                    @Protocolkindermishandeling.nl, 2015