Kindermishandeling
&
Het onderwijs
Algemene gespreksvoering en houding
Wanneer de docent met de leerling over de waargenomen signalen wilt praten (stap 1&3 in de meldcode), is het goed om een aantal gesprekstechnieken te weten. Deze technieken zijn bedoeld om het gesprek zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen, en ervoor te zorgen dat de leerling zich op zijn/haar gemak voelt.
Als eerste moeten de gesprekken die met de leerling worden gevoerd gericht zijn op empowerment, hiermee wordt bedoeld dat de docent het gesprek op zo'n manier voert dat slachtoffers hun eigen kracht terug vinden en zelf kunnen bijdragen aan de oplossing van het probleem.
Verder is het belangrijk dat de docent vanuit de ik-boodschap praat. Doordat de docent de ik-boodschap gebruikt, maakt deze zijn of haar standpunt kenbaar, zonder anderen te verplichten het met hem of haar eens te zijn. Wanner een docent zegt 'ik heb het gevoel dat je de laatste tijd niet gelukkig bent' is dat fijner voor de leerling dan wanneer de docent zegt 'jij bent de laatste tijd ongelukkig'.
Als laatste is luisteren de belangrijkste vaardigheid van de docent. Hierbij kan de docent schakelen tussen passief en actief luisteren (Janssen, Wentzel, & Vissers, 2015). Bij actief luisteren geeft de docent signalen dat hij de leerling gehoord heeft. Hij kan bijvoorbeeld hummen of knikken, een open zithouding aannemen door de armen niet over elkaar te sluiten en af en toe om verheldering vragen of het gesprek kort samenvatten.
De ideale manier van werken is het volgen van het model voor helpende en confronterende gesprekken, opgezet door Janssen, van Oosten en van der Vlugt (2015). Dit model ziet er als volgt uit:
-
Stap 1: creëer of gebruik een ingang en formuleer het doel van het gesprek
Bijvoorbeeld; wanneer u het vermoeden heeft dat een leerling thuis lichamelijk mishandeld wordt kunt u de leerling als eerste vragen hoe het met zijn hobby gaat. Wanneer de leerling eenmaal openlijk praat kan men het gesprek voortzetten door te vragen hoe het thuis gaat en te benoemen waarom u dat vraagt.
-
Stap 2: benoem de signalen en luister actief naar de reactie van de cliënt
Benoem wat u gemerkt hebt concreet en neutraal. Ben u ervan bewust dat de reactie van de leerling is niet alleen verbaal is. Tijdens het benoemen reageert een leerling ook non-verbaal. Door bewust te zijn van bijvoorbeeld de gezichtsuitdrukking en de houding van de leerling kan al veel duidelijk worden. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van de persoonlijkheid van de leerling. Concludeer dus nooit zomaar dat er iets of niets aan de hand is gebaseerd op de verbale reactie alleen.
-
Stap 3: verken het probleem en de dynamiek van het geweld
Zet het gesprek voort nadat de reactie van de leerling duidelijk is, ook wanneer een leerling de mishandeling/verwaarlozing ontkent. Vraag bijvoorbeeld verder naar relaties tussen de leerling en familieleden. Wanneer een leerling beaamt dat er iets is, is het belangrijk de situatie zo helder mogelijk te krijgen. Denk eraan dat een situatie altijd meer dan een kant heeft en dat er vaak meer speelt dan een leerling u in een gesprek wil/kan vertellen.
-
Stap 4: verken verder, bespreek de risico’s en onderzoek (zo nodig) hoe de veiligheid vergroot kan worden
Wanneer de leerling erkent dat er iets is is het belangrijk te bespreken wat er kan gebeuren als de situatie zich op dezelfde manier voortzet of juist verandert door ingreep van de leerling zelf of van buitenaf. Bespreek ook hoe de veiligheid van de leerling gewaarborgd kan worden wanneer er iets of juist niets gedaan wordt.
-
Stap 5: neem een duidelijk standpunt in
Vertel de leerling wat u van de situatie vindt en wat u denkt dat er kan/moet gebeuren. Doe dit rustig en concreet zonder het slachtoffer of de dader ergens van te beschuldigen.
-
Stap 6: verken de mogelijkheden voor hulp of interventie
Het is nuttig voor het gesprek uit te zoeken waar de leerling en u hulp kunnen vragen als uw vermoedens bevestigd worden. Het is belangrijk deze opties met de leerling te bespreken en te luisteren naar wat de leerling zelf wel en niet wilt. Tenzij de veiligheid van u of de leerling in gevaar is, is het verstandig niet tegen de wensen van de leerling in te gaan.
-
Stap 7: maak een heldere afspraak: ‘hoe nu verder?’
Bij ieder soort besproken probleem is het belangrijk af te spreken wat er nu gaat gebeuren en wanneer daar weer over gepraat wordt. Het is belangrijk dat de leerling weet dat het gesprek niet het einde is van de situatie, maar juist een begin van de oplossing van de situatie. Plan daarom bijvoorbeeld een vervolggesprek of een afspraak met de zorgcoördinator. Doe dit in overleg met de leerling.